Verslag: boekpresentatie “Computerpioniers. Het begin van het computertijdperk in Nederland” (Abel Streefland)

21 maart 2017

Door Abel Streefland

Op 6 maart vond bij Spui25 de presentatie plaats van het boek ComputerpioniersHet begin van het computertijdperk in Nederland, geschreven door Gerard Alberts en Bas van Vlijmen. Het zaaltje bleek eigenlijk te klein voor het bonte gezelschap. Hoofdrolspelers uit het boek, zoals de 90-jarige Delftse computerpionier Willem van der Poel, waren naar Amsterdam gekomen, maar ook familieleden van reeds overleden pioniers.

De middag begon met een inleiding van Hans Blom, voormalig directeur van het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. In vogelvlucht schetste hij het Nederland van de jaren ’50. Hij poogde het beeld van een land dat door verzuiling en wederopbouw in zijn greep werd gehouden te nuanceren. De jaren vijftig waren eerder een periode van groot optimisme waarbij met name het geloof in de moderne wetenschap nieuwe hoogten bereikte. Atoomsplitsing, bijvoorbeeld, zou de maatschappij op een nog ingrijpende manier gaan veranderen dan een eeuw eerder de industriële revolutie had gedaan. Volgens Blom is het boek van Alberts en Van Vlijmen een mooie aanvulling op dit beeld. De vroege computers boden een glimp van de toekomst. Blom gaf toe wel iets op achterstand te zijn: hij heeft geen idee wat een relais precies is.

Vervolgens vertelde Gerard Alberts over de inhoud van het boek. Het begin van het Nederlandse computertijdperk ligt volgens hem bij Aad van Wijngaarden, die voor het Mathematisch Centrum begin jaren ’50 een eerste grote rekenautomaat liet bouwen: de ARRA. Deze computer werd in 1952 met veel aplomb gepresenteerd, werkte héél even, maar gaf daarna direct de geest. Rond dezelfde tijd ontwierp Van der Poel in Delft een rekenautomaat met behulp van telefoon-relais. Officieel heette deze computer de ARCO, maar door het tempo waarmee de machine werkte werd de bijnaam Testudo gangbaar (latijn voor schildpad).

Op het Mathematisch Centrum deed een groepje rekenaarsters (‘de meisjes van Van Wijngaarden’) het échte werk. Zij voerden de (soms eindeloze) berekeningen voor de wiskundigen uit. Op de kaft van het boek zit rekenaarster Dineke Kronemeijer-Botterweg voor een computer. Zij ontving, inmiddels 85 jaar oud, het eerste exemplaar van het boek. Els Kloek nam vervolgens een interview met haar af, wat het hoogtepunt van de middag bleek te zijn. Mevrouw Botteweg beschikt over een heerlijk relativeringsvermogen. Op 16-jarige leeftijd begon ze – net klaar met de HBSB – bij Van Wijngaarden. Het werk zelf was soms saai, maar de rekenaarsters waren een hechte groep meisjes. Ze trokken samen op en gingen zelfs met elkaar op vakantie. Toen ze een keer te veel gekletst hadden werd er bewaking voor ze ingesteld. Ze werkte er tot 1955, toen ging ze trouwen. Nooit heeft ze het idee gehad dat ze “aan de geschiedenis meewerkte”.

Meer informatie

Gerard Alberts en Bas van Vlijmen, Computerpioniers. Het begin van het computertijdperk in Nederland, Amsterdam University Press, 2017.