Plemp, Cornelius Giselbertus (1574-1638)

31 maart 2010

I. Biografie

Cornelis Giselbertus Plemp (Amsterdam, 25.8.74-ibidem, 17.12.1638) genoot onderwijs aan de Latijnse school van Amsterdam en Haarlem; zijn musicale vorming ontving hij van J.P. Sweelinck. In 1593 ging hij in Leiden o.m. bij Scaliger,Vulcanius en Merula les volgen. In 1595 vertrok hij naar Leuven, waar hij samen met Puteanus de colleges van Lipsius bijwoonde en nauwe contacten met de jezuïeten onderhield. Daarna studeerde hij nog te Ingolstadt en Douai, waarna hij te Orléans promoveerde in de rechten. Hij verbleef enige tijd in Den Haag als advocaat, maar verhuisde in 1610 naar Amsterdam, waar hij zich als ambteloos burger aan de dichtkunst wijdde. Pas in 1630 trad hij er opnieuw als advocaat op. Intussen was hij goed bevriend geraakt met Hooft en Vondel, van wie hij verzen vertaalde. Op Vondel oefende de katholiek Plempius zowel literair als levensbeschouwelijk een grote invloed uit.

II. Geschriften

Plemp was een bedreven dichter, die uiteenlopende genres beoefende. In 1616 publiceerde hij het stededicht Amsterodamum monogrammon. Datzelfde jaar gaf hij Quisquiliae uit,een bundel elegieën (met o.m.‘brieven’gericht aan vrienden,verzen over zijn huwelijk en de dood van één van zijn kinderen) gevolgd door bruiloftsliederen.Verder stelde hij een reeks Tabellae of ‘Bildgedichte’ samen en gaf hij vijftig, deels moraliserende, deels satirische emblemen in het licht, die hij aan Hooft opdroeg.Tevoren had hij de Latijnse bijschriften voor diens Emblemata amatoria geleverd. In 1618 publiceerde Plemp het levensverhaal van de ‘martelaar’Cornelius Musius (1500-1572).Aan het werk,dat is opgesteld in berijmde trocheïsche drieregelige strofen, werden nog een tiental religieuze gedichten toegevoegd. Daarna gaf Plemp nog drie dichtbundels uit: elegieën met gelegenheidswerk gericht aan vrienden (Crepuscula), moraliserende disticha in de trant van Ps.-Cato (Verinus), en een bundel Poematia die naast eerder verschenen werk talloze nieuwe gedichten bevatte. Het enig betuigde exemplaar van deze bundel is verloren gegaan.

Plemp mengde zich actief in het debat over de spelling van de Nederlandse taal; hij zette zijn opvattingen terzake uiteen in Speldwerk (1632), waarvan hij tevens een Latijnse bewerking in het licht gaf.

III.Werken

Poëzie:

» Amsterodamum Monogrammon,Amsterdam 1616 » Quisquiliae seu elegiarum liber unus,Amsterdam 1616 » Emblemata quinquaginta,Amsterdam 1616 » Tabellae,Amsterdam 1616 » Al deze dichtwerken werden ongewijzigd heropgenomen in Poematia,Amsterdam 1617

» Musius sive rhythmi, cum poematiis,Amsterdam 1618 » Verinus sive disticha parallela.Accedunt crepuscula seu elegiarum liber alter,Amsterdam 1622; uitgegeven samen met de hoger vermelde dichtwerken, met toevoeging van een blad versus inserendi. » Poematia, partim iterum, partim recens edita, Antwerpen 1631; hierin o.m. Amsterodamum, grondig herwerkt tot Libri duo de patria; Emblemata (zonder picturae) en sterk uitgebreide Tabellae. » Uitgegeven en onuitgegeven gedichten in een autograaf handschrift dat bewaard wordt in de Universiteitsbibliotheek Amsterdam (deel 1, 1624-1628; deel 2, 1638).

Grammatica: » Orthographia Belgica, in qua etiam obiter de Latina et Graeca,Amsterdam 1637

IV. Literatuur

Sweertius 1628, 186; Andreas 1643, 149-150; Foppens 1739, 201; Hofman Peerlkamp 1838, 256­257; BHAPB 1972, 1988; J.C. Arens, ‘Twee epigrammen van C.G. Plemp op J.B. Stalpart van der Wiele’, Spiegel der Letteren, 4 (1960), 293-294; J. Becker,‘Amphion en Hercules in Amsterdam:Vondels bijschrift op Diedrick Sweelinck’, Spiegel der Letteren, 33 (1991), 49-68; K. Porteman,‘Cornelis Plemp “Sells”His “Emblemata”to Pieter Cornelisz Hooft’,in A.Adams (ed.),Emblems in Glasgow.A Collection of Essays Drawing on the Stirling Maxwell Collection in Glasgow University Library, Glasgow 1992, pp. 99­

112.

[Toon Van Houdt]

Citeerinstructie:

Toon Van Houdt,‘Cornelius Giselbertus Plemp’in:Jan Bloemendal en Chris Heesakkers,eds., Bio­bibliografie van Nederlandse Humanisten. Digitale uitgave DWC/Huygens Instituut KNAW (Den Haag 2009). www.dwc.huygensinstituut.nl