Placentius, Johannes (1500?-1538/9 of 1548)

30 maart 2010

I. Biografie

Over de afkomst van Johannes (ook wel: Johannes Leo) Placentius (St.Truiden 1500?-Leuven 1538/9 of Maastricht 1548?) staat niets vast.Vermoedelijk was zijn familienaam Struyven en geen Vrolijk of Plaisant,zoals oudere biografen suggereren.Placentius bezocht de school van de Broeders des Gemenen Levens te Luik en trad in bij de Dominicanen te Maastricht. Hij studeerde artes en misschien ook theologie te Leuven, waar hij in het convent van zijn orde woonde. In zijn bisschoppenkroniek uit 1529 nam hij een te Leuven geschreven voorbericht op; zijn opdracht (1534) van de Lucianus aulicus aan Nicolaas Olah is getekend te Antwerpen. Meer is van zijn levenswandel niet bekend.Waarschijn­lijk was Placentius werkzaam als prediker en biechtvader. Over plaats en datum van zijn overlijden bestaan twee verschillende berichten. In zijn necrologie van het Leuvense Dominicanenklooster plaatst Johannes Molanus de dood van Placentius tussen mei 1538 en 14.3.1539; de vroeg-19e­eeuwse kroniek van Placentius’ Maastrichter convent noemt daarentegen 4.2.1548. Argument voor de laatste datum is dat een in 1543 gedrukt werk van Levinus Crucius is voorzien van een epigram van Placentius.

II. Geschriften

Placentius is allereerst bekend als auteur van een vijftal werken van uiteenlopende aard: een catalogus van de bisschoppen van Tongeren, Maastricht en Luik, zonder veel kritische zin samengesteld; Pugna porcorum, een tautogram (alle woorden beginnen met een p) in 248 hexameters, een van de bekendste teksten in dit genre; het drama in verzen Susanna, een vroeg voorbeeld uit onze stre­ken van een humanistische toneelbewerking van bijbelse stof; en de burleske toneelstukken Clericus eques (in proza) en Lucianus aulicus (in verzen). Ook zijn van Placentius enkele kleinere proza- en poëzieteksten overgeleverd: een lofzang op de Luikse bisschop Everard van der Marck (opgenomen in de bisschoppenkroniek); waarschijnijk ook, uit datzelfde werk, drie gedichten gewijd aan de drie bisschopssteden (maar daar gepresenteerd als het werk van “scioli cuiusdam”) en de grafschriften voor vier Limburgse edelvrouwen; en twee epigrammen in andermans werk. Enkele thans onbekende gedichten en een rijmkroniek vanaf de aposteltijd worden hem nog toegeschreven.Tenslotte is Pla­centius mogelijk de auteur van drie dichtwerken, waaronder een dodenspel, die in de Susanna staan afgedrukt en daar worden toegeschreven aan een Eusebius Candidus, die verder alleen bekend is van enkele epigrammen toegevoegd aan uitgaven van Christianus Ischyrius.

III.Werken

Historiografie:

» Catalogus omnium antistitum Tungarorum,Traiectensium ac Leodiorum,Antwerpen 1529?; ook in M.Z. Boxhornius, De Leodiensi republica auctores praecipui,Amsterdam 1633, 208-436.

Poëzie:

» Pugna porcorum, Antwerpen 1530; tientallen malen herdrukt; U. Capitaine, `Notice sur Jean Placentius, poète et historien du XVIe siècle’, Bulletin de l’Institut archéologique liégeois 2 (1854­1856), 299-314.

Toneel:

» Susanna,Antwerpen 1532, 1534 (tweemaal), 1536.

» Clericus eques [met Lucianus aulicus],Antwerpen 1535.

» Alle aan Eusebius Candidus toegeschreven werk is uitgegeven in J. IJsewijn, `A Latin Death-Dance Play of 1532’, Humanistica Lovaniensia 18 (1969), 77-94.

IV. Literatuur

» BHAPB 1972, 1988 (Placentius én Candidus).

» Ch.Brown,`The `Susanna’of Johannes Placentius:The First Latin Version of the Bible Drama’, Humanistica Lovaniensia 36 (1987), 239-251.

» J.F.Vanderheyden,‘Een dodendansspel van Eusebius Candidus (J.Placentius?) 1532.’In: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse academie voor taal- en letterkunde (Nieuwe Reeks), vol.1-2 (1958), Gent, p. 43-115.

» A.L. Stiefel, ‘Der “Clericus Eques” des Johannes Placentius und das 22. Fastnachspiel des Hans Sachs.’ In: Zeitschrift für Vergleichende Litteraturgeschichte und Renaissance-Litteratur, 4 (1891) Berlijn,

p. 440-445. » J. IJsewijn, ‘Joannes Placentius, pugna porcorum per Placentium Poetam…Antwerpen…1533.’ In: Tent. Cat. 550 jaar universiteit Leuven, nr.207 (1976), Leuven, p. 138-139. » J. IJsewijn,‘The real name of Johannes Placentius.’ In: Humanistical Lovaniensia, 25 (1978), Leuven, p. 283-284.

» M.Lavoye,‘La vie et l’oeuvre de Jean Placentius de Saint-Trond.’In: Bulletin de la Société des Bibliophiles Liégeois, vol. 19 (1956), Luik, p. 29-47.

[I.P. Bejczy]

Citeerinstructie:

I.P. Bejczy, ‘Johannes Placentius’ in: Jan Bloemendal en Chris Heesakkers, eds., Bio-bibliografie van Nederlandse Humanisten. Digitale uitgave DWC/Huygens Instituut KNAW (Den Haag 2009). www. dwc.huygensinstituut.nl