Grudius, Nicolai (of Nicolaus; 1504-1570)

30 maart 2010

I. Biografie

Grudius was een van de 18 kinderen van de jurist Nicolaes Everaerts (1462-1532). Hij wilde net als zijn jongere broers Secundus en Marius een beroemd dichter worden, wat niet gelukt is. De gedichten van Grudius en Marius werden in 1612 (eigenlijk al in 1609) uitgegeven, maar bleven onopgemerkt. Grudius studeerde tot na 1525 in Leuven. Daarna werd hij deken van de kathedrale kerk van Brussel. Hij huwde Anna Cobel (ca 1510-1534), dochter van de ontvanger-generaal van de Staten van Holland. In 1532 werd hij secretaris van Granvelle, die verantwoordelijk was voor de relaties van keizer Karel V met Bourgondië en de Nederlanden. Hij reisde met het hof naar Spanje. Eind 1534 stierf zijn vrouw.In 1535 werd hij door de keizer in de ridderstand verheven.Hij ging mee op expeditie naar de Bey van Tunis, maar vroeg en kreeg ontslag.

Hij keerde terug in Nederland en trouwde met de Antwerpse koopmansdochter Johanna Moys

(d. ca 1560). Uit dit huwelijk kwamen twee dochters.

Van 1536 tot 1539 werkte hij als raadsheer in het Hof van Holland, en in 1538 werd hij benoemd tot secretaris van de Raad van State en van de Geheime Raad.In 1540 kocht hij het ambt van Griffier van het Gulden Vlies en werd algemeen ontvanger van de Beden (belastingen) van Brabant.

In 1552 stapte hij op aanraden van de schilder en kanunnik Jan van Scorel in een investeringsproject, de inpoldering van de Zijpe, dat hem in de jaren daarna tot een faillissement zou brengen. In 1561 werd hij veroordeeld en hij vluchtte naar Venetië, waar hij in 1570 stierf. Janus Secundus heeft een dubbelzijdige penning gemaakt met de portretten van Grudius en zijn vrouw Anna, misschien ter gelegenheid van haar dood in 1534.

II. Geschriften

Tijdens zijn leven werden zijn versificaties van dialogen van Lucianus uitgegeven,evenals een lijkzang op Margareta met een gedicht van Van Craneveld Ad lectores en twee epigrammen van Secundus (1532), epigrammen naar aanleiding van de Blijde Inkomst van Karel V in Valenciennes,in het gezelschap van de Franse Dauphin en de Hertog van Orléans. Dit boekje, in 1540 gedrukt, bevat de epigrammen die geplaatst waren op de vijf triomfbogen, een gelukwens aan de keizer, en een gedicht van François Fallesius voor een Bacchusbeeld.

Ook schreef hij een Apotheose van Maximiliaan van Egmond (1549) met drempeldichten van Hadrianus Junius, Cornelius Grapheus, een voorwoord van Grudius aan de bankier en dichter Casparus Schetus (Schetz) en gedicht van deze Schetz. In 1566 verschenen zijn Pia poemata.Verder maakte hij waarschijnlijk de Latijnse vertaling van de constitutie van het Gulden vlies, die anoniem door de Antwerpse drukker Gulielmus Sylvius in 1560 werd uitgegeven. Ook verspreidde hij in handschrift een vertaling van het eerste boek van Castiglione’s De hoveling. Hiervan zijn geen exemplaren bekend.

Na zijn dood gaf de Leidse hoogleraar Bonaventura Vulcanius de nog onuitgegeven gedichten van Grudius en Marius in 1609 uit bij de Leidse drukker Paets. In 1612 voegde Vulcanius er het gedicht van Secundus Reginae Pecuniae Regia aan toe, en portretten van de drie dichtende broers, en gaf ze bij Elsevier te Leiden uit onder de titel Poemata et Effigies Trium Fratrum Belgarum. Uit het kopijhandschrift van deze uitgave, dat zich in de Leidse Universiteitsbibliotheek bevindt, blijkt dat Grudius veel gedichten heeft doorgestreept, die Vulcanius desondanks heeft uitgegeven.

Grudius’ gedichten vallen, evenals zijn gedrag, op door gebrek aan proporties. Dit leidt echter ook tot sublieme passages die van een ware furor poeticus getuigen. In zijn religieuze hymnen en zijn lange dichterlijke biecht is Vida zijn voorbeeld. De Ecloge Narcissus bezingt de panseksualiteit, waar Narcissus zich tegen verzet.

III.Werken

» Carmen Sepulchrale in Funus … Margaretae … Leuven (Zassenus) 1532. » Epigrammata Arcuum Triumphalium … Leuven (Zassenus) febr. 1540 (verbeterde druk mrt 1540) » Apotheosis … Maximiliani ab Egmonda … Leuven (Zassenus) 1549. » Piorum poematum libri duo…Antwerpen (Willem Silvius) 1566. » Poemata et Effigies Trium Fratrum Belgarum Leiden (Ludovicus Elzevirius) 1612

IV. Literatuur

» A.M.M.Dekker,Janus Secundus (1511-1536).De tekstoverlevering van het tijdens zijn leven gepubliceerde werk. Nieuwkoop 1986, p. 101-102 (over de Lucianusvertalingen) en p. 150 (over de Gattinara­bundel).

» J.P. Guépin, De drie dichtende broers Grudius, Marius, Secundus in brieven, reisverslagen en gedichten. Groningen 2000. » D.P. Snoep,‘Jan van Scorels acitiviteiten’, Catalogus Van Scorel, Utrecht 1977, p. 37.

[Jan Pieter Guépin]

Citeerinstructie:

Jan Pieter Guépin, ‘Nicolai, Nicolaus Grudius’ in: Jan Bloemendal en Chris Heesakkers, eds., Bio­bibliografie van Nederlandse Humanisten. Digitale uitgave DWC/Huygens Instituut KNAW (Den Haag 2009). www.dwc.huygensinstituut.nl