Galenus' rol binnen de 'Wetenschappelijke Revolutie' heroverwogen – Verslag promotie Saskia Klerk (Noortje Jacobs & Wouter Klein)

19 februari 2015

Door Noortje Jacobs & Wouter Klein

Hora Est! Op maandag 16 februari 2015 verdedigde de promovendus Saskia Klerk in de Senaatszaal van de Universiteit Utrecht haar proefschrift Galen reconsidered, Studying drug properties and the foundations of medicine in the Dutch republic ca. 1550-1700.

De afgelopen jaren werkte Klerk onder begeleiding van haar promotor prof. dr. Bert Theunissen aan een studie naar de plaats van Galenus in de Nederlandse Republiek in de zestiende en zeventiende eeuw. ‘Terwijl Galenus tot nu toe nauwelijks voorkomt in de historiografie van de Nederlandse geneeskunde’, stelt Klerk, ‘blijkt inzicht in de bestudering van zijn werk onontbeerlijk voor ons begrip van de Wetenschappelijke Revolutie’. Pogingen van Nederlandse artsen om de relaties tussen verschillende eigenschappen van de materia medica te begrijpen binnen een Galenisch kader, legden gedurende deze periode tegenstrijdigheden in het klassieke corpus bloot. Volgens Klerk droeg dit bij aan de veranderingen waar de Wetenschappelijke Revolutie bekend om staat, ‘zoals de ontwikkeling van corpusculaire en chemische theorieën van materie, een toenemend mechanische beschouwing van oorzakelijkheid, de grote rol van experimenten in natuuronderzoek en het succes van de microscoop als wetenschappelijk instrument’.

Zoals het hoort tijdens een promotie, legden Klerk’s opponenten haar gedurende drie kwartier het vuur na aan de schenen. Hoe pakte de analyse van Galenus in de zestiende en zeventiende eeuw uit voor de medische praktijk? Veel van de door haar bestudeerde schrijvers waren tegelijkertijd praktiserend arts. En hoe verhield de herinterpretatie van Galenus zich tot nieuwe, botsende denkwijzen als die van Bacon of Descartes? Hoe moet er naar de occulte eigenschappen van medicinale planten worden gekeken in een discours dat vooral lijkt te gaan over het lastige verschil tussen de rede en de ervaring? En wat maakte Nederland in dit kader zo bijzonder? Klerk weet in haar proefschrift aannemelijk te maken dat zowel artsen als filosofen in deze tijd de starheid van het Galenische systeem loslaten. Aan het eind van de zeventiende eeuw blijkt essentialisme plaatsgemaakt te hebben voor een dynamische herijking van Galenus’ principes. Een grote groep van vaak autonoom opererende geleerden slaagt er dan steeds beter in Galenus’ denken toe te passen in de medische praktijk, op een manier die henzelf het beste uitkomt, maar zonder volledig afstand te doen van zijn gezag. Op basis van indrukwekkend en origineel bronnenonderzoek is Klerk in staat het gedifferentieerde karakter van het vroegmoderne onderzoek, tussen traditie en vernieuwing, op de voorgrond te plaatsen. Dat is de grote kracht van haar proefschrift.

Inmiddels vertoeft de kersverse doctor alweer een aantal maanden aan het Charité – Universitätsmedizin Berlin, alwaar zij postdoctoraal onderzoek doet, binnen het project Ways of Writing, How Physicians Know 1550-1950, naar de vorming van medisch-wetenschappelijke kennis in de vroegmoderne periode. Saskia, gefeliciteerd!