[Verslag] Zesde Huygens-Descarteslezing door Jacob Soll (Henk Looijesteijn)

14 oktober 2013

Door Henk Looijesteijn, foto’s: Kees-Jan Bakker.

De zesde editie van de jaarlijks door het Huygens ING en Descartes Centre georganiseerde lezing vond plaats in de sfeervolle Zuilenzaal van Felix Meritis, roemrucht intellectueel centrum aan de Amsterdamse Keizersgracht. De lezing werd gehouden door de jonge ideeënhistoricus Jacob Soll, professor in ‘history and accounting’ aan de University of Southern California.

Een nog wat onbekende grootheid hier in Nederland, die naam heeft gemaakt met boeken over de radicale agenda achter het uitgeven van Machiavelli’s Il Principe in vroegmodern Europa en de rol van Jean-Baptiste Colbert als spin in het web van de informatievergaring in het Frankrijk van Lodewijk XIV*. Op het ogenblik werkt hij aan een boek over ‘Accounting and Political Accountability in Europe 1300-1800′, en tijdens de lezing presenteerde hij het hoofdstuk over de Nederlanden uit dat boek, dat in 2014 zal verschijnen.

Dubbel boekhouden

Volgens Soll spelen de Nederlanden – en dan in het bijzonder natuurlijk de Republiek – een belangrijke rol binnen de ontwikkeling van staathuishoudkunde en het afleggen van verantwoording over uitgaven en inkomsten door verantwoordelijke ambtenaren. Waar absolute vorsten als Filips II en Lodewijk XIV geheimhouding cultiveerden – waardoor ze overigens ook zelf niet wisten hoeveel geld ze tot hun beschikking hadden – werd in de Republiek op grote schaal gedaan aan het netjes boekhouden van inkomsten en uitgaven. Nederlanders gaven handboeken uit over hoe te boekhouden, bijvoorbeeld van het dubbel boekhoudstelsel. In tegenstelling tot genoemde koningen zag een stadhouder als Maurits wel het nut in van het bijhouden van uitgaven en inkomsten, en liet zich persoonlijk onderrichten in het gebruik ervan door Simon Stevin.

Volgens Soll was de Republiek voor haar tijd uniek in de ontwikkeling van een cultuur van het afleggen van verantwoording over de financiën, en daarmee hand in hand ging een cultuur van vertrouwen in bestuurders als gevolg daarvan. Een vergelijkbare cultuur verspreidde zich naderhand over de Engelstalige wereld, eerst Groot-Brittannië, en vervolgens ook de jonge Amerikaanse republiek, die het afleggen van verantwoording opnam in de grondwet.

Geen lineaire onwikkeling

Natuurlijk was er geen sprake van een lineaire ontwikkeling – lang niet altijd werd ook daadwerkelijk verantwoording afgelegd in de Republiek, en men was wel eens laks in het bijhouden van de archieven. De Heren XVII van de VOC hadden de nodige moeite om greep te houden op hun personeel in Azië, al was het maar omdat er nog wel eens een boekhouder snel overleed, verdronk of ver weg van de zetel van macht creatief begon te boekhouden.

In Solls opvatting staat de Republiek voor een sleutelontwikkeling in de geschiedenis van de Europese staathuishoudkunde, die volgens hem hand in hand ging met het ontstaan van moderne democratie. Een interessante stelling, die ongetwijfeld nader zal worden uitgewerkt in zijn op stapel staande boek.

  • Jacob Soll, The Information Master: Jean-Baptiste Colbert’s Secret State Intelligence System (Cultures of Knowledge in the Early Modern World). Ann Arbor: University of Michigan Press, 2011.

Bekijk de lezing nogmaals (Youtube)